Jubileum??
Of het koor ook een honderdjarig bestaan viert ? Jazeker !
Even stilstaan bij ons 80-jarig jubileum
Er was direct veel animo voor een gesprek over het 80-jarig bestaan van ons Bachkoor.
Samen met twee leden die al heel lang bij het koor zingen, Hermien Hooghiemstra en Sebilla Veenstra, en twee die relatief kort hun gezang bij ons ten gehore brengen, Jan van der Heijden en Twan Verrijt, werd gepraat over de voorbije jaren, de toekomst, de zorgen en de wensen (en ook nog even het Friese volkslied gezongen....).
Waarom gingen jullie zingen bij zo’n koor waar zware klassieke stukken worden uitgevoerd?Hermien is volgend jaar 40 jaar bij het koor. Haar vader zong in een koor, zij werd geboren op een kooravond (vader moest thuisblijven en dat vond ie wel jammer). Maar de aanleiding om zelf bij een koor te gaan was het zingen van cantates (geen idee wat dat waren, toentertijd) van Bach bij het Nederlands Astma centrum in Davos waar ik als 26 jarige een tijdje heb gewerkt. Ik vond dat prachtig en terug in Nederland heb ik dit koor opgezocht, auditie gedaan bij Louis (Buskens) en ik ben er nog steeds!!
Twan kwam in 2017 bij het koor. Hij heeft altijd in de muziek gezeten, piano gestudeerd op conservatorium, later psychologie gedaan, de muziek zakte wat weg, maar hij had zich voorgenomen na zijn pensionering bij een koor te gaan.
Via het Maartenskoor in Elst, kwam hij, omdat zijn ambities hoger lagen, bij het Bachkoor uit. Graag “serious stuff”. Daar hou ik van.
Jan was een jaar of twaalf toen hij mee getornd werd naar het kerkkoor waar zijn halve familie in zong, een soort van der Heijden koor. Na deze periode zakte het zelf zingen weg, totdat een vriend hem wees op de schitterende Matthäus Passion. Inmiddels was Jan 50. Na wat zanglessen werd hij bij Toonkunst Arnhem aangenomen en daar zong hij maar liefst 18 jaar. Via zijn zangleraar ("Jan, jij bent zo gefocust op klassiek") kwam hij hier terecht. Toch ook al weer zes jaar “in dienst” en voorzitter van de club.
Sebilla is al vanaf haar zestiende aan het zingen in koren. Haar moeder zong in die tijd bij het Bachkoor onder Leo Pappenheim en via een soort van gedwongen “jij moet ook eens komen luisteren” belandde zij in een concert van het Bachkoor in de Stevenskerk. Moet ik mee naar al die grijze koppen? Ja.
Resultaat: Sebilla was in één keer helemaal om. Thuis was het altijd al klassieke muziek.
Stond altijd aan. Sebilla werd in september 1971 lid van het Bachkoor. Was er even
tussenuit voor een toneelcarrière, maar toen daar de regisseur een verhouding kreeg met één van de speelsters, was het gedaan met het gezelschap en keerde zij terug.
Je mag wel concluderen dat eenieder van jullie al jong met klassieke muziek in aanraking kwam. Blijkbaar is die vorming heel belangrijk voor de keuzes die je dan maakt. Is er in dat opzicht verschil tussen vroeger en nu ?
Het is heden ten dage vrij lastig om jongere mensen te vinden of te motiveren voor het zingen van dit soort muziek. Hermien denkt dat het lastig zal worden om dat te veranderen.
“Als ik om mij heen kijkt zijn er weinig jongeren bezig met klassiek. Vroeger werd er thuis muziek gespeeld of stond de radio aan, je kreeg iets mee. Nu zit iedereen met oortjes op naar zijn eigen muziek te luisteren”. Sebilla: “Het is jammer dat jonge mensen niet ervaren hoe het is om in zo’n koor te zingen en samen prachtige muziek te maken”. Hermien: “Ja, daar zijn die open repetitie avonden wel heel goed voor”. Twan wijst nog eens op de ontwikkeling van het muziekonderwijs in Nederland. “Om treurig van te worden en jongeren hebben nu sowieso een veel grotere afstand tot bijvoorbeeld de muziek van Bach dan wij in onze jeugdjaren. Het is bij die grote muziekevenementen veel van dat gebonk. Ik draaide als jongeman vroeger nog wel eens Bach en Brahms”. Jan vindt dat wel een beetje al te stellig: “In onze jeugdjaren was het toch ook veelal moderne pop, Beatles enzo. En we gingen ook naar festivals. Wij waren echt niet met klassieke muziek bezig in die jaren hoor."
Twan: “Ja maar dan had je het wel over liedjes, melodieën, iemand die iets zingt. Dat is er toch niet meer bij vandaag, een mooi stukje Bach”. Hermien oppert een optreden van het Bachkoor op een festival. Waarom niet eens naar Down the Rabbit Hole? “Een stukje Carmina Burana! Dan bereik je ineens 18.000 mensen!”
Kijk eens in de glazen bol. Bestaat het koor over 80 jaar nog steeds?
Dat vindt men toch wel een heel lange periode en wel heel erg ver weg. Twan vindt deze tijd wel een aparte tijd. “In de tijd van Mozart ging men echt niet naar concerten met muziek van Bach. Nu voeren gezelschappen heel oude muziek uit en dan is het de vraag of je daarvoor nog publiek kunt vinden. Wij trekken nog redelijk gevulde zalen, maar dat is elders toch echt niet het geval“. Jan suggereert workshops voor jongeren. “Onbekend maakt onbemind. Laat ze kennis maken met die oude muziek, probeer ze te verleiden. Bijvoorbeeld een Matthäus project, waarbij je ze ook betrekt bij de uitvoering. Overigens zijn jongeren bij mij ook mensen tot zo’n vijftig jaar. Ook die groep is interessant”. Ook wordt geopperd om meer aan te sluiten bij een vak als CKV op de middelbare school. Wellicht kunnen we daar workshops geven. Of geef jonge mensen een kaartje voor een heel lage prijs.
Over 20 jaar bestaat het koor wel nog?
Jazeker! Het zal lastig zijn om voldoende aanwas te krijgen, maar de laatste openbare repetitie liet toch weer zien dat nog velen graag zingen in een prachtig klinkend koor. En let wel, zeggen Sebilla en Hermien, "ook in onze beginjaren kwamen we terecht in een gezelschap met heel veel grijze koppen". Dat is echt niet zoveel verschillend met nu. Maar je moet blijven werken aan de werving.
En moeten in die komende jaren wat jullie betreft nog specifieke stukken uitgevoerd worden? Wat zijn jullie wensen?
Twan zou graag Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms willen zingen, dat heeft hij nog nooit gedaan. Hermien en Sebilla willen graag de Epic of Gilgamesh van Martinu weer eens ten gehore brengen of een mooi Russisch stuk. Ook het vorig jaar uitgevoerde The Path wordt genoemd: “Prachtig ontroerend stuk”. En Britten’s War Requiem. Jan zingt graag weer eens Haydn: “Onweer, de jacht met die trompetten, geweldig!" En dan komt ook de Hohe Messe nog even langs. “He nee, ik vind dat zo veel geblèr”.
Is er nog een mooie anekdote uit die afgelopen tachtig jaren die iedereen moet kennen ?
Ja, de alt die serieus voorstelde om de tekst van de Matthäus Passion aan te passen. “Wo willst du, dass wir dir bereiten dat Osterlamm zu essen” moest worden “Wo willst du, dass wir dir bereiten das Ostermahl zu essen”. Zij was strikt vegetarisch. Vandaar.
Frank Hendriks