Ontwerp: Martine van Bon
Jubileumconcert 2025
Mezzo: Titia van Heyst -- zij vervangt Florieke Beelen
Tenor: Twan van der Wolde
Bas: Jaap van der Wel
Tip: klik na de bovenstaande keuze "Bestel kaarten" op "Zelf stoelen kiezen" zoals hieronder afgebeeld. Of via de Vereeniging: https://www.stadsschouwburgendevereeniging.nl/programma/bachkoor-nijmegen-x1x5
In dit jubileum-programma voeren we twee orkestliederen uit van Johannes Brahms, en een beroemde mis van Mozart. De twee liederen van Brahms hebben een tragisch thema, en Mozart's mis is uiteraard ook niet meteen een vrolijk stuk: qua thema niet onmiddellijk werken waar je aan zou denken voor een feest, maar absoluut zeer fraaie muziek die een jubileum op een grootse manier kan omlijsten.
Nänie is een weeklacht over de onvermijdelijkheid van de dood (o.a. “Auch das Schöne muß sterben”) op tekst van Schiller. Schillers klaagzang was niet bedoeld voor een specifiek persoon, maar ging over de dood van het abstracte ‘mooie’ (‘Das Schöne’). Schiller baseerde zich op drie episoden uit de Griekse mythologie. De eerste verwees naar Orpheus die probeert Eurydice te redden uit de onderwereld, de tweede verwees naar Aphrodite’s rouw om haar geliefde Adonis, en de derde verwees naar de mislukte poging van Thetis om haar zoon Achilles te redden van de dood.
Het Schicksalslied is een korte, krachtige compositie voor koor en orkest geschreven door Johannes Brahms tussen 1868 en 1871. De tekst is afkomstig van het gedicht Hyperions Schicksalslied van Friedrich Hölderlin. Het gedicht heeft slechts twee strofen, de eerste beschrijft de zaligheid van de goden en de tweede het lijden van de mensheid die zich "blind in de afgrond stort".
Het Schicksalslied en Nänie zijn voorbeelden van een orkestlied: een compositie voor een zangstem en een symfonieorkest. Deze stijl was populair rond 1900.
Mozart's Mis in c-mineur (Große Messe in c-Moll) is een mis voor groot orkest, dubbelkoor, twee sopranen, een tenor en een bas. Dit werk geldt (met Bach's Hohe Messe) als een hoogtepunt van de klassieke kerkmuziek. Net als het beroemde Requiem is deze mis onvoltooid. Om de mis compleet uit te voeren moeten schetsen van misdelen eerst worden aangevuld uit o.a. van Mozart bewaard gebleven aantekeningen en uit secundaire bronnen. In dit jubileumconcert voert het Bachkoor een (relatief recente) completering uit aan de hand van de muziektheoreticus en musicoloog Clemens Kemme. In 2017 promoveerde Kemme op de vraag hoe de mis zo goed mogelijk kon worden voltooid door het combineren van muziektheorie, kennis van Mozarts stijl van componeren en instrumenteren, en de ervaring van de historische uitvoeringspraktijk. Lees meer
De solisten
Lenneke Ruiten
Sopraan Lenneke Ruiten begon haar muzikale reis als fluitiste in Alkmaar en Amsterdam, maar schakelde na haar afstuderen volledig over op zang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en volgde daarna een operaopleiding in München. Al vroeg in haar carrière won ze in 2002 vijf prijzen op het prestigieuze Internationaal Vocalisten Concours in ’s-Hertogenbosch, waaronder de hoofd- en publieksprijs. Door die erkenning werd ze snel internationaal opgemerkt. Het leverde haar samenwerkingen op met toporkesten zoals de Wiener Philharmoniker, het Concertgebouw Kamerorkest, The English Baroque Soloists, het Mahler Chamber Orchestra en Akademie für Alte Musik Berlin. In de operawereld brak haar internationale carrière door in 2013 toen ze bij La Monnaie in Brussel als Ophélie in Thomas’ Hamlet inviel – een rol die haar reputatie bevestigde. Intussen vertolkte ze vele Mozartrollen, zoals Donna Anna (Don Giovanni, Salzburg), Giunia (Lucio Silla, La Scala), Konstanze (Die Entführung aus dem Serail, La Scala en De Nationale Opera) en Fiordiligi (Così fan tutte, Aix-en-Provence en Edinburgh). Ze trad ook op als Gretel (Hänsel und Gretel) en La Mort (Das Floß der Medusa) bij De Nationale Opera. Lenneke is te zien en horen in een youtube-opname van Mozart’s mis in c klein.
Titia van Heyst vervangt Florieke Beelen
De mezzosopraan Florieke Beelen kan vandaag niet meedoen aan het concert vanwege ziekte. Zij wordt vervangen door Titia van Heyst. Titia is een allround sopraan en veelgevraagd soliste. Mei 2007 behaalde ze haar masterdiploma aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Tijdens haar masterstudie specialiseerde ze zich in de Franse en Duitse liedkunst. Ze studeerde bij Anne Sofie von Otter, Elly Ameling, Jard van Nes, en Hanneke de Wit.
Grote oratoriumwerken die Titia geregeld uitvoert, zijn onder andere de Mattheus Passion van Bach, de Messiah van Haendel, die Schöpfung van Haydn, Ein Deutsches Requiem van Brahms en het Gloria van Poulenc. Zij heeft recentelijk bij het Bachkoor als soliste opgetreden in het Weihnachtsoratorium (2022) en de Matthäus Passion (2023).
Twan van der Wolde
Tenor Twan van der Wolde studeerde in 2024 af aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen bij zangdocente Hanneke de Wit en vervolgt zijn opleiding bij Maarten Koningsberger. Hij is actief als professioneel ensemblezanger in topkoren zoals Cappella Amsterdam, het Nederlands Kamerkoor en Consensus Vocalis. Als solist was hij te horen in de productie van Die Zauberflöte bij de Nederlandse Opera Academie met het Residentie Orkest onder leiding van Patrick Lange, in rollen als Slaven, Priester en Geharnischter. Hij werkte samen met gerenommeerde dirigenten als Peter Dijkstra, Jos Vermunt, Boudewijn Jansen, Louis Buskens, Nico van der Meel en ensembles als Pearls in Baroque, Luthers Bach Ensemble, Concerto d’Amsterdam en The Northern Consort. Zijn concertrepertoire omvat meesterwerken zoals Mozarts Requiem, missen van Haydn en Mozart, Britten’s Saint Nicolas Cantata, The Crucifixion van Stainer, Saint-Saëns’ Oratorio de Noël, Händels Messiah en Saul, de Matthäus- en Johannes-Passion, hohem, Weihnachtsoratorium en diverse cantates van Bach.
Jaap van der Wel
Jaap van der Wel treedt regelmatig op als bas in passies en oratoria — zoals in uitvoeringen van de Matthäus- en Johannes-Passion — o.a. met ensemble Dutch Baroque onder leiding van Gerard de Wit. Als bas solist sluit zijn repertoire aan bij het grote sacraal barokrepertoire, met bijzondere aandacht voor de intensiteit en dramatiek van Bach’s muziek. Zijn optredens met Dutch Baroque en Bachkoor Brabant tonen zijn status als bas in barokkringen. Zijn solistenrollen kwamen voornamelijk tot stand in sacrale contexten — kerken en barokproducties — wat past bij de warme, diepgeladen klank van zijn stem. Zijn bijdrage in prestigieuze barokproducties wijst op grote vocale geschiktheid voor dit genre.
Hij combineert muzikaal vakmanschap met expressieve diepgang — een kwaliteit die in sacraal repertoire essentieel is.