Intens genieten van passie met emotie en drive
door MAARTEN-JAN DONGELMANS
Recensie in De Gelderlander van donderdag 8 april 2004
naar aanleiding van het concert op woensdag 7 april 2004
in Concertgebouw De Vereeniging te Nijmegen
Precies acht seconden duurt het voordat de eerste bezoeker in de handen klapt. Beetje schuchter, aarzelend. Dan is het hek van de dam. Het Bachkoor Nijmegen, Het Gelders Orkest en de solisten worden deze woensdagavond in de stampvolle Vereeniging na de uitvoering van de Matthäus-Passion van Bach onthaald op een klaterend applaus.
Voor de een een gruwel (zoals voor de Nijmeegse Yvonne Haanappel die onlangs in deze krant haar ongenoegen te kennen gaf), voor de ander een vanzelfsprekendheid. Haanappel kan toch een beetje tevreden zijn over haar ‘actie’. Na het eerste deel kunnen de uitvoerenden wél zonder geklap het podium verlaten. Klappen of niet: één ding is zeker. Het Bachkoor Nijmegen heeft een passie neergezet om ‘u’ tegen te zeggen. Ongelofelijk zoals deze zangvereniging onder Rob Vermeulen de lat steeds weer hoger weet te leggen. De Matthäus is vol emotie en drive. De koren klinken dramatisch, helder en doorzichtig. En dat bij zo’n kolossaal koor! Mooie nuanceringen ook in de koralen.
Dragende kracht bij het opstuwen van de spanning is keer op keer Ludwig Van Gijsegem. Hij zingt een sublieme evangelist en doet dat staande achter het orkest. Als een toeschouwer bij het verhaal dat hij zelf vertelt. Zijn vertolking roept ontroering en soms een mystieke sfeer op.
Over ontroering gesproken: in de persoon van Margriet van Reisen beschikt het Bachkoor Nijmegen over een geweldige alt, die de luisteraars in het beroemde Erbarme dich tot op het bot weet te raken. Mein Gott, wat mooi. Het Gelders Orkest met Rémy Baudet tekent voor de fluwelen begeleiding. De Passion kent deze avond meer van die glorieuze momenten. Bijvoorbeeld in de aria’s van de sopraan Maja Roodveldt. Ook de Christus van Bas Ramselaar mag er wezen. Zeker qua uitstraling. Tenor Jan Van Elsacker zingt zonder partituur, expressief, maar af en toe iets te gekunsteld en niet overal stabiel van toon. Zo’n minpuntje valt, net als het feit dat die ‘lastige’ gamba even kuren heeft, volkomen in het niet bij zoveel moois op één avond.