HGO en Bachkoor ontmoeten elkaar bij Szymanowski

Door IVO POSTMA
Stabat Mater van Gioacchino Rossini;
Stabat Mater van Karol Szymanowski;
door het Bachkoor Nijmegen, Het Gelders Orkest en vier solisten onder leiding van Rob Vermeulen.
Gehoord gisteravond in De Vereeniging te Nijmegen.

Je zou wensen dat Het Gelders Orkest meer tijd zou kunnen steken in het voorbereiden van koorbegeleidingen. In dat geval zou het gezamenlijke optreden gisteravond met het Bachkoor Nijmegen mogelijk een schitterend succes zijn geweest. Nu hadden we te maken met een uitstekend zingend koor dat gedurende enkele maanden hard heeft gestudeerd op het Stabat Mater van Rossini en het Stabat Mater van Szymanowski. Maar alleen tijdens de generale repetitie met het orkest samen. En dat was te merken. Het stuk van Szymanowski was voor het orkest helemaal nieuw, terwijl diverse orkestleden ook het opera-achtige werk van Rossini nog nooit gespeeld hadden. Nu is dat voor professionals in principe geen probleem, maar met name de muziek van Rossini vereist precisie, fijnzinnigheid en een slanke klank. Niet alleen bij de strijkers waar de klank vaak best in orde was, maar vooral ook bij de blazers.

Het was dan ook tijdens het Stabat Mater van Rossini dat het orkest nu eens te log, dan weer onnodig onrustig opereerde. Daardoor werden solozangers overstemd, en gingen gezamenlijke ritmische figuren van koor en orkest verloren in weerwil van de samenvattende aanduidingen van de dirigent.

Het Bachkoor, dat momenteel op een mooie evenwichtige stemmenverdeling kan bogen, bleef op en soort souvereine wijze zijn taak meester. Met name de twee a cappella gedeelten, die door hun ingetogenheid sterk afsteken tegen de bravour-aria’s en bijna feestelijke ensembles, bloeiden op door de met grote rust en zekerheid gezongen vocale lijnen. Het geagiteerde Amen, in sempiterna klonk grandioos.

Het was in het boeiende en welsprekende Stabat mater van Szymanowski – eigenlijk ‘het moeilijke stuk’ van de twee – dat het eindelijk tot een muzikale ontmoeting kwam tussen het Bachkoor en Het Gelders Orkest. Al meteen bij de eerste inleidende maten van de houtblazers en strijkers toonde het orkest onmiskenbare affiniteit met deze kleurrijke muziek, die zowel laat-romantisch als expressionistisch is. De orkestrale gelederen toonden het hele stuk lang concentratie en geïnspireerdheid en het Bachkoor ontwikkelde ook hier een bewonderenswaardige koorklank.