Koude rillingen bij felle Italiaanse dramatiek
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
Verdi’s Messa da Requiem is altijd goed voor de grootste contrasten. Devote verstilling versus felle Italiaanse operadramatiek; a capella-solopassages versus massa-scènes met koor en orkest.
Tijdens de uitvoering door het Bachkoor Nijmegen, gisteravond in een uitverkochte Vereeniging, komen beide aspecten overtuigend voor het voetlicht. Toch zitten de koude rillingen met name in de muziek van het grote gebaar. Rillingen die trouwens niet met het geweld van het ‘Dies irae’ beginnen, maar iets verderop opduiken in het ‘Tuba mirum’. Hier bouwt Het Gelders Orkest onder leiding van Rob Vermeulen een machtige spanning op. De vier op de balkons geplaatste trompetters staan samen met de musici op het podium garant voor een onverwacht onheilspellend sfeer. En dan is er natuurlijk de grote finale ‘Libera me’. Vermeulen kiest voor een pittig tempo in de slotpassages en dat resulteert in een enorm gedisciplineerd huzarenstukje.
Sopraan Marjorie Ginczinger bokst daar in haar eentje met gemak tegen de tweehonderd spelers en zangers op. Tot in de luidste tutti-passages blijft haar fraaie stem te volgen. Ook Bas Ramselaar weet op diverse plaatsen te overtuigen. Vooral het soepel gezongen ‘Oro supplex’ maakt indruk. Tenor André Post beschikt over een wat kleiner stemgeluid maar zingt een fraaie, genuanceerde partij. In ieder geval een stuk beter dan Andrea Bocelli op diens recente Requiem-opname onder Gergiev. Margriet van Reisen mist de nodige dramatiek voor het ‘Lux aeterna’. Zij doet echter mooie dingen, vooral in het ensemblewerk. Zo smelten haar stem en die van Ginczinger ideaal samen in de slotmaten van het ‘Agnus Dei’. Net als in het ‘Recordare’. Het muzikale niveau is voor de pauze sowieso hoger en intenser dan daarna. Bij het einde van het eerste deel is iedereen zó onder de indruk dat het applaus even op zich laat wachten.
Na de koffie wordt de zaal allereerst getrakteerd op vals klinkende celli. Het orkestspel is elders gelukkig van een heel wat grotere kwaliteit. Zo gaat de Introïtus vergezeld van een strelende strijkersklank. Blazers leven zich uit in het ‘Sanctus’.
De ster van de avond is ondertussen het Bachkoor Nijmegen. Dat zingt met een heldere dictie en voorziet de muziek van een meeslepende passie en allure. Zelfs in de ‘dikste’ passages blijft de koorklank doorzichtig en lenig. Emotie wordt niet geschuwd, terwijl het ‘Sanctus’ zelfs krijgshaftig gaat. Knap is zonder meer ook het reciteren van het koor in het begin van ‘Libera me’. Het sluit in ieder geval formidabel aan bij het spreekzingen van Marjorie Ginczinger aan het einde van dat deel. Na alle uitbarstingen klinkt het bewust wezenloos gehouden lispelen als een indrukwekkende laatste snik. Een verstilde afsluiting van het Verdi-jaar om nog lang van na te genieten..
Verdi Requiem door Bachkoor Nijmegen m.m.v. Het Gelders Orkest, Marjorie Ginczinger, sopraan, Margriet van Reisen, alt-mezzo, André Post, tenor en Bas Ramselaar, bas. Algehele leiding: Rob Vermeulen. Gehoord: gisteravond in De Vereeniging te Nijmegen.