Johannes-Passion boordevol dramatiek

Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
Concert: Bachkoor Nijmegen en Het Gelders Orkest o.l.v. Rob Vermeulen m.m.v. Johannette Zomer, sopraan, Martine Straesser, alt, Marcel Beekman, tenor (evangelist), Robert Getchell, tenor, Nanco de Vries, bas (Christus), Bas Ramselaar, bas, Ireen Thomas, luit, Wilma van der Wardt, gamba, en Dirk Luijmes, orgel. Gehoord: woensdagavond in De Vereeniging te Nijmegen.

Bachs Johannes-Passion met zijn felle koren vraagt om een stuwende aanpak en Rob Vermeulen en het Bachkoor Nijmegen laten er woensdagavond vanaf het ‘Herr, unser Herrscher’ geen twijfel over bestaan welke kant de uitvoering zal opgaan. Precies, een Johannes boordevol dramatiek. Geëtaleerd in een bomvolle Vereeniging. De climax ligt in het tweede deel. Hier zingt het Bachkoor, ondersteund door het ad rem spelende Gelders Orkest, met ijzingwekkende precisie de ingewikkeldste turbae-partijen. Rob Vermeulen drijft de adembenemende passages op de spits door de recitatieven meteen aan te laten sluiten. Zo ontstaan hele scènes. Indrukwekkend. Net als de subtiliteiten bij het weergeven van de muzikale intentie. ‘Sei gegrüsset’ klinkt met een spottend ondertoontje, ‘Lasset uns den nicht zerteilen’ wekt de illusie alsof de koorleden onderling aan het beraadslagen zijn. Een extra dimensie die je elders bijna nooit hoort.

Voor het emotionele tegenwicht zorgen de koralen. Die worden ook vrij vlot gezongen maar altijd met aandacht voor de uitbeelding van de tekst. Na het geladen slotkoor begint ‘Ach Herr’ als een vrome bede om uit te groeien tot een stralende, zelfverzekerde lofprijzing.

Passies staan of vallen met de keuze van de evangelist. De verteller van woensdagavond, Marcel Beekman, weet de aandacht moeiteloos vast te houden. Hij is helder van dictie, licht van timbre en volop betrokken bij het verhaal. Nanco de Vries, de Christus van deze Johannes-uitvoering, is een romantische Messias met helaas wat weinig body in de lage tonen. Zijn opvatting lijkt geen onderscheid te maken tussen het Bachjaar en het Verdi-jaar. Of is het Wagner die hier voor inspiratie zorgt? De passage ‘Mein Reich ist nicht’ lijkt zo uit de Lohengrin te komen.

De mooie, ietwat vlakke alt van Martine Straesser wordt in haar eerste aria te veel naar de achtergrond gedrukt door de drie blazers. ‘Es ist volbracht’ klinkt doorleefder. Het snelle gedeelte stelt teleur door een wegvallende expressie.

Superieur zijn de bijdragen van de sopraan Johannette Zomer. Haar aria’s komen stralend voor het voetlicht. De versieringen in de herhalingen getuigen van stijlbewustzijn. ‘Zerfliesse, mein Herze’ hoor je zelden zo ontspannen en glashelder.

Ook tenor Robert Getchell beschikt over een virtuose techniek. Zelfs de ongemakkelijke instrumentale inleiding van ‘Ach, mein Sinn’ slaat hem niet uit het veld. Bas Ramselaar zingt de kleine partijen met aandacht voor de karakteruitbeelding. Zijn aria’s staan als een huis, al zingt Ramselaar soms wat omfloersd en geknepen. Mooie timing trouwens in ‘Eilt, eilt’, met name bij het koor.